Paard > Gezondheid Paard

West Nijl

Het West-Nijl Virus (WNV) wordt overgedragen van besmette (trek)vogels op zoogdieren door de beet van verschillende soorten muggen. De meest gevoelige zoogdieren voor het West-Nijl Virus zijn mensen en paarden.

Enkele jaren geleden werden er al antistoffen aangetoond bij vogels in Nederland. In 2020 is voor het eerst het virus gevonden in vogels en mensen in Nederland. Het betrof hier autochtone besmettingen, wat impliceert dat er in Nederland besmette muggen rondvliegen. In 2022 is in Noord-Holland een blauwe reiger positief getest op het West-Nijl Virus.

Achtergrond en verspreiding

Het West-Nijl Virus behoort tot het genus Flavivirus (familie Flaviviridae). Waar verschillende vogelsoorten het reservoir vormen van het West-Nijl Virus, fungeren muggen als vector. Zij kunnen het virus overdragen op zoogdieren. Vooral mensen en paarden zijn gevoelig voor het West-Nijl Virus. 

Symptomen West-Nijl Virus

De incubatietijd bedraagt ongeveer 3 – 15 dagen. Afhankelijk van de virulentie van het virus en de afweer van het paard kunnen er verschillende ziektebeelden ontstaan. Het merendeel van de besmettingen verloopt (nagenoeg) symptoomloos. Bij paarden met het West-Nijl Virus kan er soms koorts, sloomheid, slechte eetlust of lichte koliek waargenomen worden.

1 op de 10 paarden vertoont snel verergerende spierfasciculaties (vooral rond de ogen en neus), ataxie, afwijkend gedrag of verlamming. Maar liefst 30 – 40 % van deze groep paarden haalt het niet. De paarden die het virus wel overleven, doen vaak maandenlang over het herstel met grote kans op blijvende verschijnselen (± 40 %). Juist nu in Nederland het virus ook steeds vaker wordt waargenomen, is preventie van groot belang!

Diagnose West-Nijl Virus

De diagnose gebeurt meestal door het aantonen van antistoffen en het is daarbij van belang of u een test aanvraagt die enkel IgM (recente infectie) of ook IgG aantoont.

Paarden die in het verleden besmet zijn geweest met het West-Nijl Virus óf gevaccineerd zijn tegen het virus, blijven langdurig positief op IgG. Het is dus belangrijk om de vaccinatiestatus van het onderzochte paard te kennen.
Met name bij overleden paarden kan de diagnose ook bevestigd worden door PCR op hersenvocht. Door de korte viraemie is de sensitiviteit van een PCR in serum laag. 

Voor het West-Nijl Virus geldt een meldplicht.

Vaccinatie biedt bescherming

1 op de 10 paarden die besmet raakt met het West-Nijl Virus, ontwikkelt neurologische symptomen. Nog eens 1 op de 10 paarden krijgt griepachtige verschijnselen of koliek. Vaccinatie helpt paarden te beschermen tegen het West-Nijl Virus. Start in het voorjaar met vaccineren, zodat de (basis)vaccinatie is afgerond voordat het muggenseizoen begint. Daarna is jaarlijks hervaccineren voldoende.

Overige preventieve maatregelen

Voorkom (stilstaand) regenwater in o.a. regentonnen, gieter en dakgoten.
Muggenlarven groeien namelijk in waterreservoirs. Adviseer paardeneigenaren om drinkbakken dagelijks te reinigen.

***

Bestrijd met repellents en vliegendekens om muggen te weren.
Tijdens de schemering zijn muggen actiever dus het opstallen van paarden in die periodes kan helpen. Adviseer waar mogelijk horren en ventilatoren in stallen.

***

Hanteer voor uzelf en uw klanten de 3D’s als ezelsbruggetje “Dress, DEET, Drain”:
hou de huid bedekt (zeker tijdens de schemering), gebruik anti-muggenmiddelen en voorkom stilstaand (regen)water. Ook mijden muggen bepaalde geuren zoals citronella, eucalyptus, lavendel, rozemarijn, basilicum en munt.

NL-NON-230400038